COVID-19: wat weten we?

oktober 16, 2020 time to read 5 min read

De realiteit overtreft vaak de fictie. Denk maar aan de film ‘Contagion’ van Steven Soderbergh. Het scenario zou nooit realiteit mogen worden, maar de huidige pandemie is beslist een alarmteken voor wat er zou kunnen gebeuren bij nog ernstigere infecties.

De epidemie begon in december. De diagnose van de eerste gevallen werd gesteld op basis van klinische symptomen die overeenkomen met een voorheen onbekende virale pneumonie. Dankzij de ontwikkeling van de nieuwste generatie sequencing konden de onderzoekers viraal DNA vergelijken met dat van andere bekende virussen zoals SARS of MERS, waarvan de agentia ook coronavirussen zijn. De stalen toonden een genetische overeenstemming van 99,98% voor covid-19. Ze zijn ver weg van SARS en MERS, omdat de genetische overeenkomsten respectievelijk slechts 79 en 50% bedragen. Het is daarom duidelijk dat covid-19 en de longontsteking die het veroorzaakt een nieuwe ziekte is. Aan de andere kant benadert covid-19 twee van zijn ‘neven’ bij Chinese vleermuizen. Hoewel analyses suggereren dat vleermuizen de oorspronkelijke gastheren van het virus kunnen zijn, is het waarschijnlijk dat een ander dier dat op de vismarkt van Wuhan werd verkocht, een vector van de ziekte was (1).

OPSPOREN, DIAGNOSTICEREN

De vraag naar tests gaat gepaard met angst voor een tekort. We kunnen het waarschijnlijk zonder doen als er sprake was van een niet-emotionele context, maar noch de media, noch de overheden doen iets aan het verminderen van de al dan niet gegronde maar legitieme angsten. De huidige tests lijken bovendien voor nogal wat moeilijkheden te zorgen. Naast de (on)beschikbaarheid ervan zijn er ook problemen met het afleveren van stalen. Bovendien wordt de test zelf door sommige onderzoekers in twijfel getrokken. Vandaag zouden niet meer dan 30 tot 60% van de stalen positieve resultaten hebben opgeleverd. Onderzoekers menen dat veel mensen mogelijk door de mazen van het net glippen en snel anderen kunnen besmetten. Chinese artsen voerden een onderzoek uit om de diagnostische waarde en coherentie van CT’s van de thorax te vergelijken met de RT-PCRtest voor covid-19. In het totaal namen 1.014 patiënten deel. Ze kregen twee onderzoeken. Omgekeerde PCR werd beschouwd als de referentie-standaardtest. Voor patiënten die meerdere PCR-tests ondergingen, werd de dynamische conversie van negatieve naar positieve of positieve naar negatieve tests ook geanalyseerd in vergelijking met seriële thoraxscans.

In het algemeen hadden 601 patiënten (59%) positieve PCR-resultaten en 888 (88%) hadden positieve thoraxscans. De gevoeligheid van thoraxscans voor covid-19 bedroeg 97% op basis van positieve PCRresultaten. Bij patiënten met negatieve PCR-resultaten had 75% (308 van 413 patiënten) positieve CT-scans. Daarvan waren er 48% heel vermoedelijke gevallen, waarvan 33% vermoedelijke gevallen. De analyse van de tests en de scans toonde aan dat het interval tussen initiële negatieve en positieve PCR-resultaten vier tot acht dagen bedroeg. Volgens de analyse van de onderzoekers werd ongeveer 81% van de patiënten met negatieve PCR-resultaten maar positieve thoraxscans opnieuw geklasseerd als heel vermoedelijke of vermoedelijke gevallen van besmetting met covid-19 (2).

PREVENTIE, TRANSMISSIE EN BEHANDELING?

De analyses zijn interessant op zich, omdat ze de overheden zouden moeten waarschuwen voor de gevaren voor de volksgezondheid. Andere onderzoekers zijn erin geslaagd de structuur van de spicules van het virus te bepalen die gebruikt kan worden om een vaccin te ontwikkelen. Interessant om weten, en mogelijk niet genoeg onderzocht, is dat covid-19 angiotensine-converterend enzym gebruikt om longcellen te binden en binnen te dringen. Bij het SARS-virus kon men aantonen dat deze receptor essentieel is voor de overdracht van het virus. Diermodellen toonden aan dat lisinopril en losartan de cardiale expressie van de ACE- 2-receptor met respectievelijk vijf tot drie keer kunnen verhogen. In elk geval is het essentieel om aan te bevelen dat hart- en/of hypertensiepatiënten extra therapietrouw zijn omdat ze een hoger risico lopen. De enige doeltreffende preventie, bij afwezigheid van een vaccin, lijkt afzondering te zijn. Het is een draconische maatregel, maar het zou het aantal nieuwe gevallen in China doen dalen. Momenteel wordt het virus overgedragen via de lucht en door fysiek contact. Alles wijst erop dat er geen verticale besmetting is van moeder op kind via de placenta (3). Rest de vraag naar een mogelijke fecaal-orale overdracht omdat sommige patiënten gastro-intestinale symptomen vertonen. Dat geldt ook voor longinfecties waarbij gebruik wordt gemaakt van de overvloed aan ACE-2-receptoren in het spijsverteringskanaal. De ervaring met SARS toont aan dat het virus de lever kan bereiken. Het probleem is volgens Chinese onderzoekers dat fecaal-orale overdracht heel goed zou kunnen gebeuren, zelfs na een perfecte klaring van het virus op longniveau. De positiviteit van feces voor covid-19 was tussen een en twaalf dagen en de fecale stalen van 23% van de patiënten bleven positief, ook na negatieve conversie van de respiratoire stalen (4).

Male chemist hand in blue protective gloves hold test tube closeup background

GLOBAAL INGRIJPEN

De conclusie is dat we nog veel te weinig weten over de nieuwe ziekte en dat we vandaag niet méér kunnen doen dan quarantaine en elementaire hygiëne om de verspreiding te beperken. Het valt te vrezen dat het om een voorbode gaat van nieuwe infecties waarmee we in de toekomst zullen moeten afrekenen en pathogenen waarvoor we geen enkele immuniteit hebben. Er moet op drie vlakken gewerkt worden om te proberen de verspreiding zo snel mogelijk af te remmen. Het eerste vlak is het fundamenteel onderzoek om dit soort uitbraken te voorzien, de verspreiding ervan zo goed mogelijk te modelleren en om nieuwe preventieve wegen te zoeken. Het tweede vlak is het toegepast onderzoek om snel tests, vaccins en behandelingen te ontwikkelen en het derde vlak is een globale politiek van milieustudies, niet op nationaal maar om continentaal niveau om de risico’s te bepalen en adequate maatregelen te kunnen treffen.

Pierre Dewaele

Andere categorieën